Vandaag begon ik aan het Utrechtpad, vanaf station Utrecht CS naar het startpunt De Dom in het centrum. De Dom van Utrecht is een markante gotische kerk. De kerk werd vanaf 1254 gebouwd als de kathedraal van het rooms-katholieke bisdom Utrecht en was gewijd aan Sint-Maarten. Sinds 1580 is de kerk protestants. De 112,32 meter hoge Domtoren is de hoogste kerktoren van Nederland
Vanaf de Dom slingert het pad zich langs de Oudegracht de stad uit. De Oudegracht is de bekendste gracht in Utrecht. De ongeveer twee kilometer lange gracht is te beschouwen als het verbindingsstuk tussen de Kromme Rijn en de Vecht en doorsnijdt de gehele binnenstad van zuid naar noord.
De Oudegracht gaat bijna geruisloos over in de Kromme Rijn, een rivier die loopt vanaf de Nederrijn bij Wijk bij Duurstede tot in Utrecht. De hele etappe van vandaag gaat langs de Kromme Rijn over jaagpaden, een pad dat vroeger werd gebruikt om schepen vooruit te trekken.
Ik kom langs Nieuw Amelisweerd, Oud-Amelisweerd. Nieuw-Amelisweerd is een kasteel en ridderhofstad bij Bunnik. Het is gelegen in het huidige landgoed Amelisweerd. In 1224 kreeg ridder Amelius uten Werde een waard in leen van het kapittel van Oudmunster en bouwde er een ridderhofstad. De naam Amelisweerd is een verbastering van Amelius’ waard of Amelis-waard. Bij het overlijden van Amelius werd het landgoed door zijn zonen in drie delen opgesplitst. Twee delen vormen het huidige Oud-Amelisweerd, het derde deel het huidige Nieuw-Amelisweerd.
Het pad loopt verder langs Ridderhofstad Rhijnauwen wat is gelegen op de rechteroever van de Kromme Rijn. En ik loop langs Bunnik en Odijk verder.
Net voor Werkhoven kom je langs het uit de 13e eeuw Ridderhofstad Beverweert, het van oorsprong 13e-eeuws kasteel, en voormalige ridderhofstad, bevind zich op een eilandje langs de Kromme Rijn bij het dorp Werkhoven, deze werd in 1835 verbouwd tot het huidige landhuis.
De route gaat verder door een erg drassig weiland, en langs Ridderhofstad Sterkenburg. De oudste vermelding van Sterkenburg dateert uit 1261, toen bepaald werd dat graaf Otto II van Gelre van de Utrechtse bisschop Hendrik van Vianden het “castrum Langebruch” (ofwel burcht in het Langbroek) zou krijgen. Het kasteel Sterkenburg zou gedurende vele eeuwen een leen van Gelre blijven, de landerijen waren leenroerig aan de bisschop.
Daarna door een ook al drassig Griend. De broek en schoenen blijven niet schoon vandaag, tot aan de enkels zakte ik soms weg. Op de provincialen weg tussen Werkhoven en Cothen neem ik de bus terug naar Utrecht CS.