In september 2020 liep ik een wandeling uit de wandelgids Utrecht acht keer anders van Gerard Goudriaan. Op deze wandeling loop je langs verborgen hofjes, volkse steegjes, tijdloze binnentuinen en verstilde historie.
Ik start vanaf Utrecht CS en loop via de Catherijnesingel langs het water van de Stadsbuitengracht naar het eerste hofje op deze wandeling, het Monicahof. Samen met de gemeente hebben de bewoners het Monicahof opgeknapt, het is een leuk kleurrijk geheel geworden.
Al snel na het Monicahof komt het tweede intieme plekje in beeld, Jan van Lingtuin. Het is een kleine groene oase ingeklemd tussen huizen, de Vecht en de Bemuurde Weerd. In 1975 stapte Jan van Ling naar de gemeente met zijn ideeën over de tuin. Als mensen in het buitenland mooie tuinen bezoeken, waarom dan niet een mooie tuin in Utrecht? Tot ieders verrassing vond de gemeente zijn ideeën goed en werd het plan van de tuin uitgevoerd zoals Jan bedacht had. De gemeente hielp bij de uitvoering en de Jan van Lingtuin werd geboren. Toen Jan in de jaren 80 overleed namen buurtbewoners het werk over, en tot heden is het er vooral in de lente een druk bezochte plek.
Ik wandel verder over de Keizersgracht en de Gruttersdijk en kom langs De molen Rijn en Zon naar het volgende leuke plekje, de Tivolietuin, weer een door bewoners beheerde tuin. De tuin is een initiatief van de buurtbewoners om de ruimte achter de voormalige Rijks HBS een nieuwe bestemming te geven. Zij hebben de tuin ingericht en ze doen ook het onderhoud. Bij het verlaten van de Tivolituin kom je langs een leuke street art muurschildering.
Ik loop verder en kom langs het afgesloten Woerden’s Hofje en door de leuk versierde Tulpstraat naar richting het Bruntenhof met de Bruntenhoftuin. De tuin en de kamers zijn sinds 1976 eigendom van het Utrechts Monumentenfonds (UMF). De geschiedenis gaat echter veel verder terug. In 1621 gaf de rijke advocaat Frederik Brunt opdracht om vijftien eenkamerwoningen te bouwen op het erf van zijn huis Klein Lepeleburg. De kamers waren bedoeld voor arme weduwen. De vrouwen hoefden geen huur te betalen en werden ook voorzien van levensmiddelen en brandstof. Brunt zag het als zijn christelijke plicht om de vrouwen te helpen, waarschijnlijk om zich zeker te stellen van een plekje in de hemel.
De wandeling gaat verder en ik loop door de leuke groene achtertuinen van Eigenhof en langs de gesloten oude Hortus Botanicus. Verderop kom ik langs de Beyerskameren. Deze rijksmonumenten werden in 1597 gesticht door Adriaen Beyer en zijn echtgenote Alet Jansdogter, ze bouwde twaalf vrijwoningen aan de Lange Nieuwstraat om arme mensen een onderdak te geven. In 1650 zijn hier nog twee woningen aan de Agnietenstraat aan toegevoegd. Vandaag de dag grenzen aan de Beyerskameren de Kameren Maria van Pallaes en het Universiteitsmuseum met de Oude Hortus.
Na de Beyerskameren loop ik naar het Doelenhuis. Hier waan je je in een middeleeuwse kloostertuin, zeker gezien de overdekte gang op spitsbogen. Toch heeft de tijd er niet werkelijk stilgestaan: in de loop der eeuwen kreeg dit voormalige Sint-Nicolaasklooster uit de 14e eeuw steeds weer een nieuwe bestemming: als gevangenis, opvanghuis, bejaardencentrum en meer recent als kleinschalig bedrijfsverzamelgebouw.
Ik wandel een stuk langs de Krommerijn naar de watervogelbuurt naar het Hof van Ravenna, persoonlijk vind ik het minder mooie stukje van deze wandeling. Het is me te modern en te strak hof, weinig intiems. Na deze nieuwbouw loop ik weer terug richting de oude binnenstad. En gaat de wandeling direct langs de Oudegracht. Aan deze gracht lag vroeger brouwerij De Boog die een belangrijke rol speelde bij de ontwikkeling van ‘De Zeven Steegjes’
Vanaf de Oudegracht loop ik naar de ‘Zeven Steegjes’. Het is één van de laatste volksbuurtjes in het centrum van Utrecht met voormalige arbeiderswoningen. Het is een levendige buurt met een wijd vertakt sociaal verkeer. Eind augustus wordt ieder jaar nog gedurende drie dagen het traditionele buurtfeest gevierd op de jaardag van koningin Wilhelmina. Met fanfare en kinderoptocht en spelletjes waar ook de volwassenen zich uitbundig in uitleven.
Ik laat het volksbuurtje achter me en loop verder naar het Binnenhof van het Regulierenklooster. Een stukje verder staat in de Jacobsgasthuissteeg een pelgrimsbeeldje. Deze Pelgrim is in de lente van 2002 in de Jacobsgasthuissteeg geplaatst. Het beeldje verwijst naar het nabijgelegen middeleeuwse Sint-Jacobsgasthuis, één van de gasthuizen aan de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Vermoeide pelgrims vonden er een onderkomen voor de nacht.
Ik wandel verder en loop door de grote binnentuin van Grand Hotel Karel V. Het hotel heeft meerdere bijzondere rollen gehad. Zo was er op deze plek een Romeins grafveld en ooit logeerde hier Karel V: hij regeerde op dat moment over het grootste Europese rijk ooit. In 1807 kocht Lodewijk Napoleon het gebouw om hier een militair hospitaal te vestigen, dat tot 1990 is gebruikt.
Na het hotel loop ik richt het historische hofje aan de Mariahoek met een binnenplein dat grenst aan de Mariaplaats. Aan de Mariahoek liggen tal van rijksmonumenten. Ooit stond op deze plek de Mariakerk uit de 11e eeuw, deze is gesloopt in 1813-16 op de kloosteringang na.
Na het hofje loop ik terug naar Utrecht CS. Ondanks de route steeds kort langs het centrum liep heb ik weinig gemerkt van de drukte in de binnenstad. Het was een leuke afwisselende wandeling.