Ik begin deze Stadse Trage Tocht vanaf station Hoorn, een rijksmonument uit 1883. Via het Noorderplatsoen kom ik uit in de Spoorstraat en kom ik langs het Rozenhofje, onderdeel van het Sint-Pietershof. Het Sint-Pietershof uit 1457 is een voormalig oudemannen- en vrouwenhuis… Het complex omvat een hoofdgebouw en een hofje. Zowel het hoofdgebouw als het hofje is nog altijd in gebruik als wooncomplex voor ouderen, maar nu voor ouderen die zelfstandig kunnen wonen.
Over een paadje van Achter de Vest kom ik langs de Maria- of Kruittoren, een oude Een historische vestingtoren uit 1508. Ik wandel verder door het Oosterplantsoen en kom uit de Oosterpoort de enig overgebleven stadspoort van Hoorn. De toren werd in 1578 gebouwd door Joost Jansz. Bilhamer en in 1601 voorzien van een huisje erbovenop.
Verder door een oud volks wijkje het Wilhelminaplantsoen, Mandelapark en het Muntpark kom ik uit in het Julianapark. Hier heb je een mooi uitzicht over het Hoornsche Hop. Het is een deel van het Markermeer en is ontstaan door landafslag in de voormalige Zuiderzee.
Na een tijdje langs de Hoornsche Hop te hebben gelopen kom je langs de Vlucht- en Binnenhaven het oude centrum van Hoorn binnen. Ik wijk even af van deze officiële Trage Tocht om ook het centrum en oude huizen te bezichtigen, ik ben er nu toch.
Hoe en waar Hoorn precies ontstaan is, is niet helemaal duidelijk. Een legende vertelt dat een zoon van de legendarische Friese koning Radboud in de achtste eeuw een plaats stichtte en die naar zichzelf noemde. De zeventiende eeuwse Hoornse geschiedschrijver Velius schreef dat Hoorn zo rond 1300 gesticht moet zijn, aan de monding van het veenriviertje de Gouw. De oudste archeologische vondsten die in Hoorn gevonden zijn, zijn nog een eeuw ouder. Het zou echter goed kunnen dat er al eerder nederzettingen waren, maar dat die door de Zuiderzee overstroomd zijn. Meer over deze geschiedenis vind je Het Westfries Museum, in het centrum van Hoorn
Ik maak loop over de Bierkade, gelegen op het kunstmatige eiland Venidse, richting De Roode Steen of Kaasmarkt aan het plein zijn het Westfries Museum en de Waag gevestigd. In het midden van het plein staat het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen, een VOC-gouverneur, gemaakt door Ferdinand Leenhoff. In de zomer van 2007 is de oorspronkelijke kaasmarkt die hier plaatsvond, weer in ere herstelt. Via verschillende straatjes en steegjes loop ik langs de Grote Kerk terug naar de oorspronkelijke route.
Lopend langs de Hoofdtoren kom ik uit op het Oostereiland, hier maak ik een rondje langs oude schepen. Het is een kunstmatig eiland dat in de haven van de stad Hoorn tussen 1662 en 1668 aangelegd is. Vrij snel na het ontstaan van het eiland werden er woningen en pakhuizen gebouwd, onder andere een pakhuis voor de Admiraliteit. Naar hem is ook de toegangsweg van het eiland, de Schuijteskade, vernoemd. Na Schuijt kwam de Admiraliteit, deze heeft er meer magazijnen laten bouwen. In 1817 werden de magazijnen verbouwd tot een bedelaarsgesticht en tussen 1829 en 2003 heeft het complex dienstgedaan als gevangenis. Tussen 1886 en 1932 heeft de inrichting ook dienstgedaan als rijkswerkinrichting, er werden krenten gesorteerd. Tot op heden wordt het complex in de volksmond de “Krententuin” genoemd. De binnenplaats van het complex draagt nu officieel die naam. Er wordt nu ruimte geboden aan het Museum van de Twintigste Eeuw, een filmtheater, kantoren, appartementen en een centrum voor historisch erfgoed (vaartuigen). Vanaf 30 mei 2015 is het tevens de tijdelijke thuishaven van ‘de Halve Maen’, een replica van het schip waarmee Hudson naar New York voer. Zij is onderdeel van het Westfries Museum.
Na het eiland loop je weer een stuk over de dijk langs de Hoornsche Hop richting schouwbrug Het park, vlak daarvoor langs loop je nog een stukje door het centrum en eindigt deze wandeling weer bij het station van Hoorn.